Overdracht van MRSA
MRSA komt met name voor in buitenlandse ziekenhuizen en in Nederland bij vee (levende varkens, vleeskalveren en vleeskuikens). Als u opgenomen bent geweest in een buitenlands ziekenhuis of als u werkt met levend vee, heeft u dus een verhoogd risico. Vaak is het niet meer te achterhalen waar iemand MRSA heeft opgelopen. Gelukkig heeft dit geen consequenties voor de behandeling.
De MRSA-bacterie wordt door huid-op-huid-contact of door contact met besmette kleding of voorwerpen overgedragen. Buiten het ziekenhuis zijn naast het advies om op goede (hand)hygiëne te letten geen extra hygiënemaatregelen nodig.
Goed uw handen wassen met zeep en water verhindert de verspreiding en zo beschermt u de mensen om u heen. Wanneer handen wassen? In de thuissituatie:
Was de handen vóór:
- het bereiden van voedsel en het eten van maaltijden
Was de handen na:
- toiletbezoek
- hoesten, niezen of neussnuiten*
- Na het doen van de was/ schoonmaken van gebruikte kleding of linnengoed
*Hoesthygiëne: Goede hoesthygiëne bestaat uit:
- hoesten of niezen met een afgewend gezicht
- hoesten of niezen met de hand voor de mond of in de elleboogplooi
- gebruiken van bij voorkeur een papieren zakdoek
- papieren zakdoek maar één keer gebruiken en direct daarna weggooien